Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ
`Amm a Yatasā 'alū na
078-001 Nopens wat ondervragen de ongeloovigen elkander?
عَمّ َ يَتَسَا ءَلُونَ
`Ani A n -Naba'i A l-`Ažī mi
078-002 Nopens het groote nieuws der opstanding.
عَنِ ا ل نَّ بَإِ ا لْعَظِ يمِ
Al-Ladh ī Hum Fī hi Mukh talifū na
078-003 Omtrent welke zij niet overeenstemmen.
ا لَّذِي هُمْ فِي هِ مُخْ تَلِفُونَ
Kallā Saya`lamū na
078-004 Waarlijk, zij zullen hiernamaals de waarheid daarvan kennen.
كَلاَّ سَيَعْلَمُونَ
Th umm a Kallā Saya`lamū na
078-005 Nogmaals, zij zullen hiernamaals de waarheid daarvan kennen.
ثُمّ َ كَلاَّ سَيَعْلَمُونَ
'Alam Naj `ali A l-'Arđa Mihādāan
078-006 Hebben wij de aarde niet als een bed gespreid.
أَلَمْ نَجْ عَلِ ا لأَرْضَ مِهَاداً
Wa A l-Jibā la 'Awtādāan
078-007 En de bergen als staken om haar te bevestigen?
وَالْجِبَا لَ أَوْتَاداً
Wa Kh alaq nākum 'Azwājāan
078-008 Hebben wij u niet van twee seksen geschapen.
وَخَ لَقْ نَاكُمْ أَزْوَاجاً
Wa Ja`alnā Nawmakum Subātāan
078-009 En bepaald dat gij slapen zoudt om te rusten?
وَجَعَلْنَا نَوْمَكُمْ سُبَاتاً
Wa Ja`alnā A l-Lay la Libāsāan
078-010 Hebben wij van den nacht, geen kleed gemaakt om u te bedekken.
وَجَعَلْنَا ا ل لَّيْ لَ لِبَاساً
Wa Ja`alnā A n -Nahā ra Ma`āsh āan
078-011 En hebben wij niet den dag bestemd, ten einde daarop uw levensonderhoud te winnen?
وَجَعَلْنَا ا ل نَّ هَا رَ مَعَاشاً
Wa Banaynā Fawq akum Sab `āan Sh idādāan
078-012 Hebben wij niet zeven stevige hemelen boven u gebouwd.
وَبَنَيْنَا فَوْقَ كُمْ سَبْ عا ً شِدَاداً
Wa Ja`alnā Sir ājāan Wa Hhājāan
078-013 En daarin eene brandende lamp geplaatst?
وَجَعَلْنَا سِرَ اجا ً وَهَّاجاً
Wa 'An zalnā Mina A l-Mu`ş ir ā ti Mā 'an Th ajjājāan
078-014 En doen wij niet, uit de wolken, een overvloed van water stroomen.
وَأَن زَلْنَا مِنَ ا لْمُعْصِ رَ ا تِ مَا ء ً ثَجَّاجاً
Linukh r ija Bihi Ĥabbāan Wa Nabātāan
078-015 Om daardoor graan en kruiden voort te brengen.
لِنُخْ ر ِجَ بِهِ حَبّا ً وَنَبَاتاً
Wa Jann ā tin 'Alfāfāan
078-016 En tuinen, dicht beplant met boomen?
وَجَنّ َا تٍ أَلْفَافاً
'Inn a Yaw ma A l-Faş li Kā na Mīq ātāan
078-017 Waarlijk, de dag der scheiding is een onbepaald tijdstip;
إِنّ َ يَوْ مَ ا لْفَصْ لِ كَا نَ مِيقَ اتاً
Yaw ma Yun fakh u Fī A ş -Ş ū r i Fata'tū na 'Afwājāan
078-018 De dag waarop de trompet zal klinken, en gij in scharen ten oordeel zult optrekken.
يَوْ مَ يُن فَخُ فِي ا ل صُّ و ر ِ فَتَأْتُو نَ أَفْوَاجاً
Wa Futiĥati A s-Samā 'u Fakānat 'Ab wābāan
078-019 De hemelen zullen geopend wezen, en zij zullen vol poorten zijn, om er de engelen te laten doorgaan.
وَفُتِحَتِ ا ل سَّمَا ءُ فَكَانَتْ أَبْ وَاباً
Wa Suyyira ti A l-Jibā lu Fakānat Sarā bāan
078-020 De bergen zullen voorbijgaan, en als damp worden.
وَسُيِّرَ تِ ا لْجِبَا لُ فَكَانَتْ سَرَ اباً
'Inn a Jahann ama Kānat Mir ş ādāan
078-021 Waarlijk, de hel zal eene plaats van verbranding zijn;
إِنّ َ جَهَنَّ مَ كَانَتْ مِر ْصَ اداً
Lilţ ţ āgh ī na Ma'ā bāan
078-022 Eene bergplaats voor de zondaren
لِلْطَّ اغِ ي نَ مَآباً
Lābith ī na Fīhā 'Aĥq ābāan
078-023 Die daar gedurende eeuwen zullen wonen.
لاَبِثِي نَ فِيهَا أَحْقَ اباً
Lā Yadh ūq ū na Fīhā Bardāan Wa Lā Sh arā bāan
078-024 Zij zullen daar geenerlei verversching proeven, noch eenigen drank.
لاَ يَذُوقُ و نَ فِيهَا بَرْدا ً وَلاَ شَرَ اباً
'Illā Ĥamīmāan Wa Gh assāq āan
078-025 Behalve kokend water en bedorven vocht:
إِلاَّ حَمِيما ً وَغَ سَّاق اً
Jazā 'an Wifāq āan
078-026 Eene geschikte vergelding voor hunne daden!
جَزَا ء ً وِفَاق اً
'Inn ahum Kānū Lā Yarjū na Ĥisābāan
078-027 Want zij hoopten, dat zij geene rekenschap zouden moeten afleggen.
إِنَّ هُمْ كَانُوا لاَ يَرْجُو نَ حِسَاباً
Wa Kadh dh abū Bi'āyātinā Kidh dh ābāan
078-028 En zij geloofden niet in onze teekenen, welke zij van valschheid beschuldigden.
وَكَذَّبُوا بِآيَاتِنَا كِذَّاباً
Wa Kulla Sh ay 'in 'Aĥş aynā hu Kitābāan
078-029 Maar elke zaak hebben wij opgeteld en nedergeschreven.
وَكُلَّ شَيْ ءٍ أَحْصَ يْنَا هُ كِتَاباً
Fadh ūq ū Falan Nazīdakum 'Illā `Adh ābāan
078-030 Proef dus de vergelding: wij zullen u niets dan marteling toevoegen.
فَذُوقُ وا فَلَن ْ نَزِيدَكُمْ إِلاَّ عَذَاباً
'Inn a Lilmuttaq ī na Mafāzāan
078-031 Maar voor de godvruchtigen is eene plaats van heil gereed gemaakt:
إِنّ َ لِلْمُتَّقِ ي نَ مَفَازاً
Ĥadā 'iq a Wa 'A`nābāan
078-032 Tuinen met boomen beplant en wijngaarden.
حَدَا ئِقَ وَأَعْنَاباً
Wa Kawā`iba 'Atrā bāan
078-033 En maagden met zwellende borsten, van gelijken ouderdom met hen.
وَكَوَاعِبَ أَتْرَ اباً
Wa Ka'sāan Dihāq āan
078-034 En een vollen beker.
وَكَأْسا ً دِهَاق اً
Lā Yasma`ū na Fīhā Lagh wan Wa Lā Kidh dh ābāan
078-035 Zij zullen daar geene ijdele gesprekken, of eenige onwaarheid hooren.
لاَ يَسْمَعُو نَ فِيهَا لَغْ وا ً وَلاَ كِذَّاباً
Jazā 'an Min Ra bbika `Aţ ā 'an Ĥisābāan
078-036 Dit zal hunne belooning wezen van hunnen Heer; eene volkomen toereikende gift.
جَزَا ء ً مِن ْ رَ بِّكَ عَطَ ا ءً حِسَاباً
Ra bbi A s-Samāwā ti Wa A l-'Arđi Wa Mā Baynahumā A r-Ra ĥmā ni ۖ Lā Yam likū na Minhu Kh iţ ābāan
078-037 Van den Heer over hemel en aarde, en over alles wat daartusschen is: den Barmhartigen; maar de bewoners van den hemel of de aarde zullen hem geen gehoor durven vragen.
رَ بِّ ا ل سَّمَاوَا تِ وَا لأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ا ل رَّ حْمَنِ ۖ لاَ يَمْلِكُو نَ مِنْ هُ خِ طَ اباً
Yaw ma Yaq ū mu A r-Rū ĥu Wa A l-Malā 'ikatu Ş affāan ۖ Lā Yatakallamū na 'Illā Man 'Adh ina Lahu A r-Ra ĥmā nu Wa Q ā la Ş awābāan
078-038 Den dag waarop de geest (Gabriël) en de andere engelen in orde geschaard zullen staan, zullen zij niet ten behoeve van zich zelven of van anderen spreken, behalve hij alleen, aan wien de Barmhartige verlof zal geven, en die zeggen zal, wat recht is.
يَوْ مَ يَقُ و مُ ا ل رُّو حُ وَا لْمَلاَئِكَةُ صَ فّا ً ۖ لاَ يَتَكَلَّمُو نَ إِلاَّ مَن ْ أَذِنَ لَهُ ا ل رَّ حْمَنُ وَقَ ا لَ صَ وَاباً
Dh ālika A l-Yaw mu A l-Ĥaq q u ۖ Faman Sh ā 'a A ttakh adh a 'Ilá Ra bbihi Ma'ā bāan
078-039 Dit is de onvermijdelijke dag. Wie dus wil, laat die tot zijn Heer terugkeeren.
ذَلِكَ ا لْيَوْ مُ ا لْحَقُّ ۖ فَمَن ْ شَا ءَ ا تَّخَ ذَ إِلَى رَ بِّهِ مَآباً
'Inn ā 'An dh arnākum `Adh ābāan Q ar ībāan Yaw ma Yan žuru A l-Mar'u Mā Q addamat Yadā hu Wa Yaq ū lu A l-Kāfir u Yā Laytanī Kun tu Turā bāan
078-040 Waarlijk, wij bedreigen u met eene straf die nabij ligt. Op den dag waarop de mensch de goede of slechte daden zal aanschouwen, welke zijne handen voor hem uit hebben gezonden, en waarop de on geloovige zal zeggen: God gaf, ik ware stof!
إِنَّ ا أَن ذَرْنَاكُمْ عَذَابا ً قَ ر ِيبا ً يَوْ مَ يَن ظُ رُ ا لْمَرْءُ مَا قَ دَّمَتْ يَدَا هُ وَيَقُ و لُ ا لْكَافِر ُ يَالَيْتَنِي كُن تُ تُرَ اباً
Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ