Roman Script    Reciting key words            Previous Sūrah    Quraan Index    Home  

54) Sūrat Al-Qamar

Printed format

54) سُورَة القَمَر

Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ
Aqtarabati As-Sā`atu Wa Anshaqqa Al-Qamaru 054-001 Het uur des oordeels nadert en de maan is gespleten. ا‍قْ‍‍تَ‍رَبَتِ ‌ال‍‍سَّاعَةُ ‌وَ‌انْ‍‍شَ‍‍قَّ ‌الْ‍‍قَ‍‍مَرُ
Wa 'In Yaraw 'Āyatan Yu`riđū Wa Yaqūlū Siĥrun Mustamirrun 054-002 Maar als de ongeloovigen een teeken zien, wenden zij zich af, zeggende: dit is eene machtige betoovering. وَ‌إِ‌نْ يَ‍رَ‌وْ‌ا‌ ‌آيَة ً‌ يُعْ‍‍رِ‍‍ضُ‍‍و‌ا‌ ‌وَيَ‍‍قُ‍‍ولُو‌ا‌ سِحْر‌ٌ‌ مُسْتَمِ‍‍ر‍ّ‍ٌ
Wa Kadhdhabū Wa Attaba`ū 'Ahwā'ahum ۚ Wa Kullu 'Amrin Mustaqirrun 054-003 En zij beschuldigen u, o Mahomet! van bedrog, en volgen hunne eigene lusten: maar ieder ding zal onveranderlijk bepaald wezen. وَكَذَّبُو‌ا‌ ‌وَ‌اتَّبَعُ‍‍و‌ا‌ ‌أَهْو‍َ‍‌ا‌ءَهُمْ ۚ ‌وَكُلُّ ‌أَمْر‌ٍ‌ مُسْتَ‍‍قِ‍‍ر‍ّ‍ٌ
Wa Laqad Jā'ahum Mina Al-'Anbā'i Mā Fīhi Muzdajarun 054-004 En nu is eene zending tot hen gekomen, waarin eene afschrikking voor hardnekkig ongeloof ligt opgesloten. وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ ج‍‍َ‍ا‌ءَهُمْ مِنَ ‌الأَ‌نْ‍‍ب‍‍َ‍ا‌ءِ‌ مَا‌ ف‍‍ِ‍ي‍‍هِ مُزْ‌دَجَ‍‍رٌ
Ĥikmatun Bālighatun ۖ Famā Tughni An-Nudhuru 054-005 Deze wijsheid is volkomen; maar waarschuwers helpen bij hen niet. حِكْمَة‌‍ٌ‌ بَالِ‍‍غَ‍‍ة‌‍ٌۖ فَمَا‌ تُ‍‍غْ‍‍نِ ‌ال‍‍نُّ‍‍ذُ‌رُ
Fatawalla `Anhum ۘ Yawma Yad`u Ad-Dā`i 'Ilá Shay'in Nukurin 054-006 Wend u dus van hen af! Den dag waarop de dagvaardende engel den mensch tot eene verschrikkelijke zaak zal oproepen. فَتَوَلَّ عَ‍‌‍نْ‍‍هُمْ ۘ يَ‍‍وْمَ يَ‍‍دْعُ ‌ال‍‍دّ‍َ‍‌اعِ ‌إِلَى‌ شَ‍‍يْء‌ٍ‌ نُكُرٍ
Khushsha`āan 'Abşāruhum Yakhrujūna Mina Al-'Ajthi Ka'annahum Jarādun Muntashirun 054-007 Zullen zij met nedergeslagen blikken uit hunne graven komen, talrijk, als verspreide sprinkhanen. خُ‍‍شَّعاً‌ ‌أَبْ‍‍‍‍صَ‍‍ا‌رُهُمْ يَ‍‍خْ‍‍رُج‍‍ُ‍ونَ مِنَ ‌الأَجْ‍‍د‍َ‍‌اثِ كَأَنَّ‍‍هُمْ جَ‍رَ‍‌ا‌د‌ٌ‌ مُ‍‌‍ن‍‍تَشِرٌ
Muhţi`īna 'Ilá Ad-Dā`i ۖ Yaqūlu Al-Kāfirūna Hādhā Yawmun `Asirun 054-008 Zich met schrik naar den dagvaarder spoedende. De ongeloovigen zullen zeggen: Dit is een dag van droefheid. مُهْ‍طِ‍‍ع‍‍ِ‍ي‍‍نَ ‌إِلَى‌ ‌ال‍‍دّ‍َ‍‌اعِ ۖ يَ‍‍قُ‍‍ولُ ‌الْكَافِر‍ُ‍‌ونَ هَذَ‌ا‌ يَ‍‍وْمٌ عَسِرٌ
Kadhdhabat Qablahum Qawmu Nūĥin Fakadhdhabū `Abdanā Wa Qālū Majnūnun Wa Azdujira 054-009 Het volk van Noach beschuldigde dien profeet, alvorens uw volk u verwierp, het beschuldigde onzen dienaar van bedrog; zeggende: Hij is een bezetene, en hij werd met verwijtingen verworpen. كَذَّبَتْ قَ‍‍بْ‍‍لَهُمْ قَ‍‍وْمُ ن‍‍ُ‍وح‌‍ٍ‌ فَكَذَّبُو‌ا‌ عَ‍‍بْ‍‍دَنَا‌ ‌وَ‍قَ‍‍الُو‌ا‌ مَ‍‍جْ‍‍ن‍‍ُ‍ونٌ‌ ‌وَ‌ا‌زْ‌دُجِ‍‍‍رَ
Fada`ā Rabbahu~ 'Annī Maghlūbunntaşir 054-010 Hij riep daarom zijn Heer aan, zeggende: Waarlijk, ik ben overweldigd: wreek mij dus. فَدَعَا‌ ‌‍رَبَّهُ~ُ ‌أَنِّ‍‍ي مَ‍‍غْ‍‍ل‍‍ُ‍وب‌‍ٌ‌ فَا‌نْ‍‍تَ‍‍صِ‍‍رْ
Fafataĥnā 'Abwāba As-Samā'i Bimā'in Munhamirin 054-011 Daarop openden wij de poorten des hemels, waaruit het water stroomde. فَفَتَحْنَ‍‍ا‌ ‌أَبْ‍‍و‍َ‍‌ابَ ‌ال‍‍سَّم‍‍َ‍ا‌ءِ‌ بِم‍‍َ‍ا‌ء‌ٍ‌ مُ‍‌‍نْ‍‍هَمِ‍‍ر‍ٍ‍
Wa Fajjarnā Al-'Arđa `Uyūnāan Fāltaqá Al-Mā'u `Alá 'Amrin Qad Qudira 054-012 Wij deden de aarde waterstralen uitwerpen, zoodat het water van hemel en aarde zich vereenigde, overeenkomstig het vastgestelde besluit. وَفَجَّرْنَا‌ ‌الأَ‌رْ‍ضَ عُيُونا‌‌ ً‌ فَالْتَ‍‍قَ‍‍ى‌ ‌الْم‍‍َ‍ا‌ءُ‌ عَلَ‍‍ى‌ ‌أَمْر‌‌ٍقَ‍‍دْ‌ قُ‍‍د‍ِ‍‌‍رَ
Wa Ĥamalnāhu `Alá Dhāti 'Alwāĥin Wa Dusurin 054-013 Wij droegen hem, op een schip, uit planken en spijkers samengesteld. وَحَمَلْن‍‍َ‍اهُ عَلَى‌ ‌ذ‍َ‍‌اتِ ‌أَلْو‍َ‍‌احٍ‌ ‌وَ‌دُسُرٍ
Tajrī Bi'a`yuninā Jazā'an Liman Kāna Kufira 054-014 Dat zich voor onze oogen voortbewoog, als eene belooning voor hem, die ondankbaar was verworpen. تَ‍‍جْ‍‍رِي بِأَعْيُنِنَا‌ جَز‍َ‍‌ا‌ء‌ ً‌ لِمَ‍‌‍نْ ك‍‍َ‍انَ كُفِ‍رَ
Wa Laqad Taraknāhā 'Āyatan Fahal Min Muddakirin 054-015 Wij lieten dat schip tot een teeken dienen. Maar is iemand daardoor gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ تَ‍رَكْنَاهَ‍‍ا‌ ‌آيَة‌ ً‌ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Fakayfa Kāna `Adhābī Wa Nudhuri 054-016 En hoe gestreng was mijne wraak en mijne bedreiging! فَكَ‍‍يْ‍‍فَ ك‍‍َ‍انَ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
Wa Laqad Yassarnā Al-Qur'āna Lildhdhikri Fahal Min Muddakirin 054-017 Nu hebben wij den Koran gemakkelijk tot eene waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ يَسَّرْنَا‌ ‌الْ‍‍قُ‍‍رْ‌آنَ لِلذِّكْ‍‍ر‍ِ‍‌ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Kadhdhabat `Ādun Fakayfa Kāna `Adhābī Wa Nudhuri 054-018 De stam van Ad beschuldigde hunnen profeet van bedrog; maar hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging! كَذَّبَتْ ع‍‍َ‍ا‌د‌‌ٌ‌ فَكَ‍‍يْ‍‍فَ ك‍‍َ‍انَ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
'Innā 'Arsalnā `Alayhim Rīĥāan Şarşaan Fī Yawmi Naĥsin Mustamirrin 054-019 Waarlijk, wij zonden, op een dag van voortdurend ongeluk een brullenden wind tegen hen. إِنَّ‍‍ا‌ ‌أَ‌رْسَلْنَا‌ عَلَيْهِمْ ‌رِيحا‌‌ ًصَ‍‍رْ‍صَ‍‍ر‌ا‌‌ ً‌ فِي يَ‍‍وْمِ نَحْسٍ‌ مُسْتَمِ‍‍ر‍ّ‍ٍ
Tanzi`u An-Nāsa Ka'annahum 'A`jāzu Nakhlin Munqa`irin 054-020 Die de menschen wegvoerde, als waren zij met kracht uitgescheurde wortels van palmboomen. تَ‍‌‍ن‍‍زِعُ ‌ال‍‍نّ‍‍َ‍اسَ كَأَنَّ‍‍هُمْ ‌أَعْج‍‍َ‍ا‌زُ‌ نَ‍‍خْ‍‍لٍ‌ مُ‍‌‍نْ‍‍‍‍قَ‍‍عِ‍‍ر‍ٍ‍
Fakayfa Kāna `Adhābī Wa Nudhuri 054-021 En hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging! فَكَ‍‍يْ‍‍فَ ك‍‍َ‍انَ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
Wa Laqad Yassarnā Al-Qur'āna Lildhdhikri Fahal Min Muddakirin 054-022 Thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ يَسَّرْنَا‌ ‌الْ‍‍قُ‍‍رْ‌آنَ لِلذِّكْ‍‍ر‍ِ‍‌ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Kadhdhabat Thamūdu Bin-Nudhuri 054-023 Die van Thamoed beschuldigden de vermaningen van hunnen profeet van valschheid. كَذَّبَتْ ثَم‍‍ُ‍و‌دُ‌ بِ‍ال‍‍نُّ‍‍ذُ‌رِ
Faqālū 'Abashaan Minnā Wāĥidāan Nattabi`uhu~ 'Innā 'Idhāan Lafī Đalālin Wa Su`urin 054-024 En zij zeiden: Zullen wij een enkel man als wij, onder ons volgen? Waarlijk, wij zouden aan dwaling en ongerijmde dwaasheid schuldig zijn. فَ‍قَ‍‍الُ‍‍و‌ا‌ ‌أَبَشَر‌ا‌ ً‌ مِ‍‍نَّ‍‍ا‌ ‌وَ‌احِد‌ا‌ ً‌ نَتَّبِعُهُ~ُ ‌إِنَّ‍‍ا‌ ‌إِ‌ذ‌ا‌ ً‌ لَفِي ضَ‍‍لاَلٍ‌ ‌وَسُعُرٍ
'A'uulqiya Adh-Dhikru `Alayhi Min Bayninā Bal Huwa Kadhdhābun 'Ashirun 054-025 Zou de taak van waarschuwing hem, boven het overige gedeelte van ons, opgedragen zijn? Neen, hij is een leugenaar en een onbeschaamde bedrieger. أَ‌ؤُلْ‍‍قِ‍‍يَ ‌ال‍‍ذِّكْرُ‌ عَلَ‍‍يْ‍‍هِ مِ‍‌‍نْ بَيْنِنَا‌ بَلْ هُوَ‌ كَذّ‍َ‍‌ابٌ ‌أَشِرٌ
Saya`lamūna Ghadāan Mani Al-Kadhdhābu Al-'Ashiru 054-026 Maar God zeide tot Saleh: Morgen zullen zij weten wie een leugenaar en een onbeschaamde is; سَيَعْلَم‍‍ُ‍ونَ غَ‍‍د‌ا‌ ً‌ مَنِ ‌الْكَذّ‍َ‍‌ابُ ‌الأَشِرُ
'Innā Mursilū An-Nāqati Fitnatan Lahum Fārtaqibhum Wa Aşţabir 054-027 Want wij zullen zekerlijk de wijfjes-kameel zenden, om hen te beproeven; en gij, sla hen gade, en verdraag hunne beleedigingen met geduld. إِنَّ‍‍ا‌ مُرْسِلُو‌ ‌ال‍‍نَّ‍‍اقَ‍‍ةِ فِتْنَة ً‌ لَهُمْ فَا‌رْتَ‍‍قِ‍‍بْ‍‍هُمْ ‌وَ‌اصْ‍‍طَ‍‍بِ‍‍رْ
Wa Nabbi'hum 'Anna Al-Mā'a Qismatun Baynahum ۖ Kullu Shirbin Muĥtađarun 054-028 Voorspel hun, dat het water der putten tusschen hen zal worden verdeeld, en ieder deel zal beurtelings nedergezet worden. وَنَبِّئْهُمْ ‌أَنَّ ‌الْم‍‍َ‍ا‌ءَ‌ قِ‍‍سْمَة‌‍ٌ‌ بَيْنَهُمْ ۖ كُلُّ شِ‍‍رْبٍ‌ مُحْتَ‍‍ضَ‍‍رٌ
Fanādaw Şāĥibahum Fata`āţá Fa`aqara 054-029 Zij riepen hunnen makker, en hij nam een zwaard en doodde haar, فَنَا‌دَ‌وْ‌ا‌ صَ‍‍احِبَهُمْ فَتَعَاطَ‍‍ى‌ فَعَ‍‍ق‍‍َ‍‍‍رَ
Fakayfa Kāna `Adhābī Wa Nudhuri 054-030 Maar hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging! فَكَ‍‍يْ‍‍فَ ك‍‍َ‍انَ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
'Innā 'Arsalnā `Alayhim Şayĥatan Wāĥidatan Fakānū Kahashīmi Al-Muĥtažiri 054-031 Want wij zonden hun een enkelen kreet van den engel Gabriël te gemoet, en zij werden als de droge stokken, die gebruikt worden door dengeen, welke een kooi voor het vee bouwt. إِنَّ‍‍ا‌ ‌أَ‌رْسَلْنَا‌ عَلَيْهِمْ صَ‍‍يْحَة ً‌ ‌وَ‌احِدَة‌ ً‌ فَكَانُو‌ا‌ كَهَش‍‍ِ‍ي‍‍مِ ‌الْمُحْتَ‍‍ظِ‍‍رِ
Wa Laqad Yassarnā Al-Qur'āna Lildhdhikri Fahal Min Muddakirin 054-032 En thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ يَسَّرْنَا‌ ‌الْ‍‍قُ‍‍رْ‌آنَ لِلذِّكْ‍‍ر‍ِ‍‌ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Kadhdhabat Qawmu Lūţin Bin-Nudhuri 054-033 Het volk van Lot beschuldigde zijne prediking van valschheid. كَذَّبَتْ قَ‍‍وْمُ ل‍‍ُ‍و‍ط‍ ٍ‌ بِ‍ال‍‍نُّ‍‍ذُ‌رِ
'Innā 'Arsalnā `Alayhim Ĥāşibāan 'Illā 'Āla Lūţin ۖ Najjaynāhum Bisaĥarin 054-034 Maar wij zonden een wind tegen hen, die eene regenbui van steenen voortdreef, welke hen allen verdelgde, behalve het gezin van Lot, dat wij vroeg in den ochtend bevrijdden. إِنَّ‍‍ا‌ ‌أَ‌رْسَلْنَا‌ عَلَيْهِمْ حَاصِ‍‍با‌‌ ً‌ ‌إِلاَّ‌ ‌آلَ ل‍‍ُ‍و‍طٍۖ نَجَّيْنَاهُمْ بِسَحَرٍ
Ni`matan Min `Indinā ۚ Kadhālika Najzī Man Shakara 054-035 Dit was door onze gunst. Zoo beloonen wij hen, die dankbaar zijn. نِعْمَة ً‌ مِ‍‌‍نْ عِ‍‌‍نْ‍‍دِنَا‌ ۚ كَذَلِكَ نَ‍‍جْ‍‍زِي مَ‍‌‍نْ شَكَ‍رَ
Wa Laqad 'Andharahum Baţshatanā Fatamāraw Bin-Nudhuri 054-036 En Lot had hen gewaarschuwd voor onze gestrenge kastijding; maar zij twijfelden aan die waarschuwing. وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ ‌أَ‌ن‍‍ذَ‌‍رَهُمْ بَ‍‍طْ‍‍شَتَنَا‌ فَتَمَا‌‍رَ‌وْ‌ا‌ بِ‍ال‍‍نُّ‍‍ذُ‌رِ
Wa Laqad wadūhu `An Đayfihi Faţamasnā 'A`yunahum Fadhūqū `Adhābī Wa Nudhuri 054-037 Zij eischten zijne gasten, opdat zij hen zouden misbruiken; maar wij staken hunne oogen uit, zeggende: Proeft mijne wraak en mijne bedreiging. وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ ‌‍رَ‌ا‌وَ‌د‍ُ‍‌وهُ عَ‍‌‍نْ ضَ‍‍يْفِ‍‍هِ فَ‍‍طَ‍‍مَسْنَ‍‍ا‌ ‌أَعْيُنَهُمْ فَذُ‌وقُ‍‍و‌ا‌ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
Wa Laqad Şabbaĥahum Bukratan `Adhābun Mustaqirrun 054-038 En vroeg in den ochtend verraste hen eene zware straf. وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ صَ‍‍بَّحَهُمْ بُكْ‍رَةً عَذ‍َ‍‌ابٌ‌ مُسْتَ‍‍قِ‍‍ر‍ّ‍ٌ
Fadhūqū `Adhābī Wa Nudhuri 054-039 Proeft dus mijne wraak en mijne bedreiging. فَذُ‌وقُ‍‍و‌ا‌ عَذَ‌ابِي ‌وَنُذُ‌رِ
Wa Laqad Yassarnā Al-Qur'āna Lildhdhikri Fahal Min Muddakirin 054-040 Thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing, gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ يَسَّرْنَا‌ ‌الْ‍‍قُ‍‍رْ‌آنَ لِلذِّكْ‍‍ر‍ِ‍‌ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Wa Laqad Jā'a 'Āla Fir`awna An-Nudhuru 054-041 De vermaning van Mozes kwam mede tot het volk van Pharao, وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ ج‍‍َ‍ا‌ءَ‌ ‌آلَ فِ‍‍رْعَ‍‍وْنَ ‌ال‍‍نُّ‍‍ذُ‌رُ
Kadhdhabū Bi'āyātinā Kullihā Fa'akhadhnāhum 'Akhdha `Azīzin Muqtadirin 054-042 Maar zij beschuldigden al onze teekenen van bedrog; daarom kastijdden wij hem met eene machtige en onwederstaanbare kastijding. كَذَّبُو‌ا‌ بِآيَاتِنَا‌ كُلِّهَا‌ فَأَ‍خَ‍‍ذْنَاهُمْ ‌أَ‍خْ‍‍ذَ‌ عَز‍ِ‍ي‍‍ز‌ٍ‌ مُ‍‍قْ‍‍تَ‍‍د‍ِ‍‌ر‍ٍ‍
'Akuffārukum Khayrun Min 'Ūla'ikum 'Am Lakum Barā'atun Az-Zuburi 054-043 O bewoners van Mekka! zijn uwe ongeloovigen beter dan deze? Is u in de schriften vrijstelling van straf beloofd? أَكُفَّا‌رُكُمْ خَ‍‍يْ‍‍ر‌ٌ‌ مِ‍‌‍نْ ‌أ‍ُ‍‌وْلَئِكُمْ ‌أَمْ لَكُمْ بَر‍َ‍‌ا‌ءَة‌‍ٌ‌ فِي ‌ال‍‍زُّبُ‍‍رِ
'Am Yaqūlūna Naĥnu Jamī`un Muntaşirun 054-044 Zeggen zij: wij vormen een lichaam van menschen, die in staat zijn onze vijanden te bemeesteren? أَمْ يَ‍‍قُ‍‍ول‍‍ُ‍ونَ نَحْنُ جَم‍‍ِ‍ي‍‍عٌ‌ مُ‍‌‍نْ‍‍تَ‍‍صِ‍‍رٌ
Sayuhzamu Al-Jam`u Wa Yuwallūna Ad-Dubura 054-045 De menigte zal zekerlijk op de vlucht worden gejaagd en zij zullen hunne ruggen omkeeren. سَيُهْزَمُ ‌الْجَمْعُ ‌وَيُوَلّ‍‍ُ‍ونَ ‌ال‍‍دُّبُ‍‍‍رَ
Bali As-Sā`atu Maw`iduhum Wa As-Sā`atu 'Ad/há Wa 'Amarru 054-046 Maar het uur des oordeels is hun bedreigde straftijd, en dat uur zal droeviger en bitterder zijn, dan hunne droefheden in dit leven. بَلِ ‌ال‍‍سَّاعَةُ مَوْعِدُهُمْ ‌وَ‌ال‍‍سَّاعَةُ ‌أَ‌دْهَى‌ ‌وَ‌أَمَرُّ
'Inna Al-Mujrimīna Fī Đalālin Wa Su`urin 054-047 Waarlijk, de zondaar doolt in dwaling rond, en zal hier namaals in brandende vlammen worden gemarteld. إِنَّ ‌الْمُ‍‍جْ‍‍رِم‍‍ِ‍ي‍‍نَ فِي ضَ‍‍لاَلٍ‌ ‌وَسُعُرٍ
Yawma Yusĥabūna Fī An-Nāri `Alá Wujūhihim Dhūqū Massa Saqara 054-048 Op dien dag zullen zij met hunne aangezichten in het vuur worden geworpen, en men zal hun zeggen: Proeft de aanraking der hel. يَ‍‍وْمَ يُسْحَب‍‍ُ‍ونَ فِي ‌ال‍‍نّ‍‍َ‍ا‌ر‍ِ‍‌ عَلَى‌ ‌وُجُوهِهِمْ ‌ذُ‌وقُ‍‍و‌ا‌ مَسَّ سَ‍‍ق‍‍َ‍‍‍رَ
'Innā Kulla Shay'in Khalaqnāhu Biqadarin 054-049 Alle dingen hebben wij geschapen, aan een bepaald besluit gebonden. إِنَّ‍‍ا‌ كُلَّ شَ‍‍يْءٍ‌ خَ‍‍لَ‍‍قْ‍‍ن‍‍َ‍اهُ بِ‍‍قَ‍‍د‍َ‍‌رٍ
Wa Mā 'Amrunā 'Illā Wāĥidatun Kalamĥin Bil-Başari 054-050 En ons bevel bestaat slechts in een enkel woord, aan een oogwenk gelijk. وَمَ‍‍ا‌ ‌أَمْرُنَ‍‍ا‌ ‌إِلاَّ‌ ‌وَ‌احِدَة‌‍ٌ‌ كَلَمْح ٍ‌ بِ‍الْبَ‍‍صَ‍‍رِ
Wa Laqad 'Ahlaknā 'Ashyā`akum Fahal Min Muddakirin 054-051 Wij hebben vroeger volken verdelgd, die u gelijk waren; maar is iemand uwer door hun voorbeeld gewaarschuwd? وَلَ‍قَ‍‍دْ‌ ‌أَهْلَكْنَ‍‍ا‌ ‌أَشْيَاعَكُمْ فَهَلْ مِ‍‌‍نْ مُدَّكِ‍‍ر‍ٍ‍
Wa Kullu Shay'in Fa`alūhu Fī Az-Zuburi 054-052 Alles wat gij doet, is in het boek vermeld, dat door de wakende engelen wordt bewaard. وَكُلُّ شَ‍‍يْء‌‌ٍ‌ فَعَل‍‍ُ‍وهُ فِي ‌ال‍‍زُّبُ‍‍رِ
Wa Kullu Şaghīrin Wa Kabīrin Mustaţarun 054-053 Elke daad, klein of groot, is op de welbewaarde tafel nedergeschreven. وَكُلُّ صَ‍‍غِ‍‍ي‍‍ر‌ٍ‌ ‌وَكَب‍‍ِ‍ي‍‍ر‌ٍ‌ مُسْتَ‍‍ط‍‍َ‍‍رٌ
'Inna Al-Muttaqīna Fī Jannātin Wa Naharin 054-054 De vromen zullen echter te midden van tuinen en meren wonen. إِنَّ ‌الْمُتَّ‍‍قِ‍‍ي‍‍نَ فِي جَ‍‍نّ‍‍َ‍اتٍ‌ ‌وَنَهَرٍ
Fī Maq`adi Şidqin `Inda Malīkin Muqtadirin 054-055 In de vergadering der waarheid, in tegenwoordigheid van den machtigsten koning. فِي مَ‍‍قْ‍‍عَدِ‌ صِ‍‍دْ‍‍قٍ عِ‍‌‍نْ‍‍دَ‌ مَل‍‍ِ‍ي‍‍كٍ‌ مُ‍‍قْ‍‍تَ‍‍د‍ِ‍‌ر‍ٍ‍
Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ
Next Sūrah